Uit Huiselijke poëzie
Lees de volgende gedichten: Aan mijn gade, Aan een gevallen meisje, Huiselijk genoegen, Winteravondliedje, Kindermoord, Het vredefeest van 1814..., Volkslied, De algemene bededag. Kies twee gedichten en interpreteer ze aan de hand van de informatie in het nawoord. Bespreek zo veel onderwerpen mogelijk en citeer. Waar in de gedichten zie je bepaalde stellingen van mvr. Krol terug?
Lees ook het hele nawoord.
Vragen bij het nawoord:
Over welke stroming in poëzie is er op p. 159 sprake in de tweede alinea, beginnend met "Toen was de achtergrond" tot "verheven onderwerpen"?
P. 160: Met welke twee andere soorten poëzie wordt de huiselijke poëzie gecontrasteerd?
p. 163: Geef aan welke elementen de geluksfilosofie van de 18e eeuw karakteriseren.
Wat voor een verband is er tussen huiselijkheid en nationalisme?
p. 165: Aan de hand van de gedichten van Feith die jullie gelezen hebben, vinden jullie dat Feith zijn eigen poëticale advies serieus neemt? (ik verwijs naar de citaat uit zijn verhandeling in de tweede alinea op deze pagina).
p. 166: Wat komen wij te weten over huiselijke poëzie uit de vergelijking tussen schilderkunst en poëzie?
p. 168: Wat zegt mvr. Krol over Rhijvis Feith?